Het water van de aquarelverf verandert de structuur van het papier, het gaat bol staan. Het is raadzaam om het papier vooraf op te spannen. Dit kan met voorgelijmde papieren tape, punaises of nietjes na bevochtiging. Na droging, waardoor het papier zich als een trommelvel spant, is het papier klaar om te beschilderen. De bolling tijdens het schilderen blijft zo beperkt en na hernieuwde opdroging trekt het papier weer glad. Is het werk klaar dan kan het losgesneden worden. Er is echter ook een methode om het papier naderhand weer geheel vlak te krijgen zonder dat het ooit is opgespannen. Dit kan door de achterkant van het papier voorzichtig nat te maken met een sponsje. Vervolgens moet men het natte vel tussen twee schone vellen papier leggen en met een warme (niet te hete) strijkbout uit strijken. Dit resulteert weer in een uiterst glad vel papier.